dinsdag 22 januari 2008

Baby's worden steeds dikker


Het overgewichtprobleem breidt zich uit. Ook baby’s worden getroffen: ze hebben meer dan 60 procent meer kans om te veel te wegen dan twintig jaar geleden. Dit blijkt uit een studie van de Harvard Medical School. Het gewicht van maar liefst 120.680 kinderen minder dan zes werd bestudeerd. Tussen 1981 en 2000 bleek het aantal kinderen met overgewicht gestegen te zijn van 6,3 procent tot 10 procent. In het algemeen steeg het risico op overgewicht bij kinderen van 11,1 procent tot 14,4 procent.

Dit is geen goed nieuws. Andere studies hebben immers al aangetoond dat de gewichtstoename in de eerste levensmaanden gelinkt is met gewichtstoename en bloeddruk later in het leven. Kinderen met overgewicht hebben ook meer kans om astma te ontwikkelen.

De onderzoekers identificeren een reeks factoren die aan het toegenomen overgewicht bij kinderen bijdragen. Zo is er het feit dat de moeders meer wegen voor ze zwanger raken én meer bijkomen tijdens de zwangerschap dan vroeger. Ook de toename van diabetes onder de bevolking kan een oorzaak zijn. Eén lichtpuntje in de duisternis: borstvoeding kan overgewicht tegenhouden. Baby’s die borstvoeding kregen, verdikten veel minder snel dan andere baby’s.

De vraag is of dat te maken heeft met de borstvoeding zelf of met het feit dat de baby dan veeleer zelf aangeeft hoeveel en wanneer te willen drinken. Een andere, recente studie toonde immers aan dat kinderen die zelfstandig mochten eten, hun gewicht veel beter konden reguleren.

Mijn mening over baby’s worden te dik:
Ik vind dat over het algemeen nog wel mee valt. Ik heb nu een jaar stage gelopen bij kinderdagverblijven. Maar ik heb het nog niet mee gemaakt dat kinderen echt veel te dik waren.
Ik vind wel dat de ouders moeten opletten met het voeden van de kinderen. Geef de kinderen wat extra gezonde dingen en niet teveel van de ongezonde dingen. Dit helpt altijd!

Alleen functioneren op de groep!


Ik mocht bij mijn stage beginnen met op mijn eigen groep staan. Ook moest ik een dag in de week op een andere groep mee helpen. Ik vond dit wel spannend. De rituelen zijn wel het zelfde wat je moet doen. Maar het zijn allemaal andere kinderen. En ik kende de kinderen niet dus ik vond het ene kant wel vervelend. Ik moest telkens na denken hoe de kinderen ook alweer heette. Dat vond ik er wel vervelend. Maar op de einde van de dag ging het goed en kende ik de kinderen bij naam. Ook mag ik nu vaker op die groep staan. Op zich vind ik het zelf wel leuk en leerzaam. Zo leer je ook samen werken met collega’s . Ik moest er eerst wel aan wennen om met iemand anders te werken. Iedereen werkt toch anders. Niet dat dit erg is maar je moet met elkaar goed overleggen hoe je de dingen wilt aanpakken. En iedereen regelt de dingen anders. Daarom is het van groot belang dat je goed overlegt. Ik vond het zelf leerzaam om op een andere groep te staan. Ook vond ik het leuk om te horen dat ze het fijn vonden om met mij samen te werken. Een schouderklopje op zijn plaatst is natuurlijk niet verkeerd

Baby in bad doen..


Ik heb een kind in bad gedaan. Dit hoorde bij een van mijn opdrachten van school uit. Ik vond het wel spannend om te doen. Ik heb de kinderen al wel veel verschoond enz. maar een kind aan en uitkleden had ik nog nooit gedaan. Ik moest dit dus nu zelf gaan doen. Het leek me wel heel leuk om te doen. Ik heb me dus goed voorbereid op deze activiteit. De voorbereiding was volgens de begeleiding goed. Ze gaven mij ook een goed gevoel door te zeggen dat ze er wel bij zouden blijven. Dus als het verkeerd zou gaan was er altijd iemand bij mij. Ik ben begonnen met het kind uitkleden. Dit ging goed. Daarna mocht ik het kind in bad doen. Dit bad had ik van tevoren klaar gezet. Het kind vond het niet zo heel leuk om in bad te gaan. Het kind was moe. Omdat het kind het niet zo leuk vond heeft mijn begeleiding aangeraden om het kind haar speen te geven en speelgoed voor in bad. Toen ik haar dit gaf werd ze een stuk rustiger. Het kind wassen ging me goed af. Toen ik eenmaal bezig was vond ik het ook niet eng meer. Ik was wel blij dat het kind rustiger was geworden. Nadat ik het kind afgedroogd had moesten haar kleren weer aan. Ik heb tijdens het afdrogen en aankleden het kind haar knuffel gedaan. Ze was hierdoor mooi rustig, en kon ik het kind goed afdrogen en aankleden. Ik vond het leuk om te doen. Ik heb er veel van geleerd. Achteraf gezien was het makkelijker dan ik verwacht had.

Kabouter plop lied!


Plopperdeplopperdeplop

Ik ben Kabouter Plop en samen met mijn vrienden
Kun je me altijd in mijn paddestoeltje vinden
Mijn naam is Kwebbel
Ik praat en praat en praat
En ik ben Lui : ik slaap van `s morgensvroeg tot `s avonds laat
Ik hier ben Klus. Ik knutsel toch zo graag
Ik knutsel vlug en als je wil dan knutsel ik ook traag

Hè, Lui, meefluiten
Fluiten? Ik word daar zo moe van, van fluiten
Dat is nu niet belangrijk, Luitje, fluit maar
Toe, Lui, fluit dan
Kom nu, jongen
Ja, goed dan

Ik hou van Plopkoeken. Ik bak er alle dagen
Wie er van proeven wil, die moet er maar naar vragen
Ik hou van dansen en ook veel van muziek
En ik neem graag mijn vrienden beet. Dan lach ik mij een kriek
Onder mijn muts daar is het lekker droog
Maar als ik schrik dan vliegen die twee dingen naar omhoog

Kwebbeldekwebbeldekwebbel
Ik wil niet meer fluiten want ik zal het u zeggen, hè
Fluit jij dan niet mee, Kwebbel
Je moet fluiten net als alle andere kabouters
Hè, zeg, heb ik niet mooi gefloten?
Maar ja, dat is normaal, hè
Oh ja, ik ben, als het ware, de beste fluiter van heel het kabouterdorp
Beste fluiter, beste fluiter?
Jij bent helemaal niet de beste fluiter
Hou nu toch eens op, jullie. Ik moet nu beginnen zingen

Als jullie zin hebben om op bezoek te komen
Volg dan de weg die je kan zien tussen de bomen
Dan maak ik Plopmelk en -koeken voor je klaar
En ik, ik zal niet slapen, ja, echt waar, geloof me maar
Dan gaan we feesten. Dat wordt buitengewoon
Want Plop draait aan de slinger van de slingergrammofoon

Klusserdeklusserdeklusserdeklusserdeklus
Lui is in slaap gevallen
Ik hoor het, ja
Hè, hè, zeg, Lui, woe-oe, wakker worden
Hè, ho, hè, hallo, oh, hij is niet wakker te krijgen
Ja, zeg, laat hem maar slapen. Het liedje is toch gedaan

Activiteit: Dansen op muziek!


Ik heb verschillende activiteiten moeten doen. Zo heb ik zelf ook een activiteit bedacht. Ik heb samen met de kinderen de muziek aan gedaan en zijn we gaan dansen. Ik had een cd van kabouter plop meegenomen. Dit is vrolijke muziek. Ik ben smaen met de kinderen gaan dansen. Mijn begeleidster deed ook mee! Ze vond eht een leuke activiteit. De reacties van de kinderen waren ook erg verschillend. De een loopt weg omdat hij/zij het niet leuk vinden. De ander gaat mee dansen en doet de dansjes na die jezelf voor doet. Ik vond het erg leuk om te doen. Ik had er zelf veel plezier aan! Ook vond ik het leuk om te zien dat sommige kinderen leuk en actief meededen. Zo kreeg ik zelf wel het gevoel dat ik het goed deed! Ik heb de weken erna nog vaker gedanst met de kinderen.

Mijn 1ste functioneringsgesprek!

Zoals elke stage periode moet je samen met je begeleider functioneringsgesprekken houden. Dit om te praten over de stand van zaken tijdens je stage. Doe je de dingen wel goed. Zijn er nog dingen die beter kunnen gaan. Moet je nog ergens aan werken. Ook krijg je bij je fucntionerings gesprek te horen over je een voldoende of onvoldoende krijgt. Dit beoordelen ze aan de hand van de beoordelings formulieren. Mijn eerste functionerings gesprek vond ik wel spannend. Ik vond het zelf aardig goed gaan. Ik voelde me ook thuis bij mijn stageplek. Ik pakte veel dingen goed aan en zette mij er ook helemaal voor in. We hadden op 9 Oktober 2007 mijn eerste functionerings gesprek. Ik had netjes alles mee genomen wat we tijdens het gesprek nodig hadden. Het beoordelingsformulier de opdrachten die je voor je eerste functioneren af moest hebben! Omdat ik de opdrachten allemaal netjes af had kreeg ik al pluspunten. Ik heb samen met mijn begeleider de beoordelingsformulieren in gevuld. We hebben samen gepraat over mijn functioneren. Ik kreeg te horen dat ik goed mijn best deed en de dag indeling al goed onder de knie had. Ze zeiden dat ik vooral zo door moest gaan. Ik heb een voldoende gekregen ze waren erg blij met mij. Het was natuurlijk fantasties om te horen!

Sinterklaasfeest!



Zoals elk jaar komt in December Sinterklaas langs. Ook dit jaar is Sinterklaas ons niet vergeten! Nadat we er weken na toe geleefd hadden kwam dan eindelijk Sinterklaas langs op bezoek. We hebben de weken ervoor met de kinderen Sinterklaas liedjes gezongen en de groepen versiert met sint en piet versieringen! Het zag er allemaal erg gezellig uit. De kinderen keken zelf ook veel naar de versieringen. Ook hebben we veel voorgelezen over verhalen van Sinterklaas. Maar natuurlijk was het veel spannender wanneer Sinterklaas echt langs kwam! En dit was vrijdag 30 november het geval. Vol verwachting klopt ons hart..... En daar kwam Sinterklaas aan! We zaten met alle leidsters en kinderen op de hal. Wachtend op de sint. Toen Sinterklaas aangekomen was gingen we aandachtig naar hem luisteren. Hij had voor elk kind een kado mee genomen. Ieder kind mocht dit zelf komen ophalen. De kinderen vonden het spannend de een was nog banger dan de ander. Maar dat mocht de pret niet drukken. Uiteindelijk was het een geslaagde morgen en hebben we Sinterklaas weer uitgezwaaid. En omdat iedereen zo lief was geweest had Sinterklaas ook nog poffertjes achter gelaten waar de kinderen 's middags van konden eten! Dat was smullen! mmmmmm....



Sinterklaas liedjes...


Wie komt er alle jaren


Wie komt er alle jaren
Daar heel uit Spanje varen
Over de grote grote zee?
Sint Nicolaas, hoezee!


Wie heeft een zak vol koekjes
Speelgoed en prentenboekjes
Wie brengt een zak vol lekkers mee?
Sint Nicolaas hoezee!


-------------------------------------------------------------------------------------

De zak van Sinterklaas


De zak van Sinterklaas, Sinterklaas, Sinterklaas.
De zak van Sinterklaas, o jongens, jongens, het is zo`n baas!
Daar stopt hij, daar stopt hij, daar stopt hij blij van zin.
De hele, de hele, de hele wereld in!
De zak van Sinterklaas, Sinterklaas, Sinterklaas.
De zak van Sinterklaas, o jongens, jongens het is zo`n baas !


Hij is voor groot en klein, groot en klein, groot en klein.
Hij is voor groot en klein, voorzien van taai en marsepein.
En bergen, en bergen, en bergen suikergoed
Zo lekker, zo lekker, zo lekker en zo zoet.
Hij is voor groot en klein, groot en klein, groot en klein.
Hij is voor groot en klein, voorzien van taai en marsepein.


Maar onder in die zak, in die zak, in die zak.
Maar onder in die zak, daar ligt het hele grote pak.
Voor het lieve, voor het zoete, voor het lieve zoete kind.
Zeg was jij, zeg was jij, dit jaar gehoorzaam vrind?
Maar onder in die zak, in die zak, in die zak.
Maar onder in die zak, daar ligt het hele grote pak.


-------------------------------------------------------------------------------------

Sinterklaas kapoentje


Sinterklaas kapoentje
gooi wat in mijn schoentje,
gooi wat in mijn laarsje
Dank u, Sinterklaasje


Sinterklaasje, bonne, bonne, bonne
gooi wat in mijn lege, lege tonne
gooi wat in de huizen
We zullen grabbelen als muizen


-------------------------------------------------------------------------------------

Sinterklaasje, kom maar binnen


"Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht,
want we zitten allemaal even recht.
Misschien heeft u wel even tijd,
voordat u weer naar Spanje rijdt.
Sinterklaasje kom maar even bij ons aan,
en laat uw paardje maar buiten staan.
En we zingen en we springen enwe zijn zo blij,
want er zijn geen stoute kinderen bij.
En we zingen en we springen enwe zijn zo blij,
want er zijn geen stoute kinderen bij."


-------------------------------------------------------------------------------------

Zie ginds komt de stoomboot


Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan.
Hij brengt ons Sint Nicolaas, ik zie hem al staan.
Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer.
Hoe waaien de wimpels al heen en al weer.


Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe :
"Wie zoet is, krijgt lekkers wie stout is, de roe".
O lieve Sint Nicolaas denk ook eens aan mij,
en rijd dan niet stilletjes mijn huisje voorbij.

Vorige stage ook in de prijzen gevallen!


Nijntje Pluis scoort hoog!


DENEKAMP - Kinderopvang Nijntje Pluis uit Denekamp scoort hoog bij de eerste Nationale Crèchetest van onder meer het blad 'Wij Jonge Ouders'. Met de tiende plaats in de top 25 van de beste kinderdagverblijven zijn Peter en José Scheuten erg blij. "Dit is een leuke opsteker, vooral ook voor onze leidsters, want die werken er hard voor", zeggen de leiders van Nijntje Pluis. De test moet een impuls geven aan de kwaliteit van de kinderopvang.

Kleuterangst.


De fantasie van je peuter of kleuter kan soms flink op hol slaan. Dat is prima, zolang hij of zij niet bang wordt van de zelf verzonnen monsters, heksen en wolven. Gebeurt dat toch, dan kun je je kind prima helpen: jaag de monsters samen weg!

Peuters en kleuters leven in een magische wereld waarin alles kan. Dieren praten en Sinterklaas galoppeert over de daken met zijn paard. Voor je kind is een sprookje geen sprookje maar wérkelijkheid. Wat je kind verzint, op de televisie ziet of uit een sprookjesboek voorgelezen krijgt, is net zo echt als wat hij of zij om zich heen ziet. Het denkvermogen van je kind is namelijk nog niet zover ontwikkeld dat het fantasie en werkelijkheid kan scheiden. Ook kan je kind nog niet begrijpen wat er om zich heen gebeurt en hoe dingen werken. Daarvoor gebruikt je kind zijn fantasie: je peuter verzint zelf oplossingen en geeft betekenissen aan dingen die hij of zij nog niet begrijpt, maar legt daarbij vaak verbanden die niet kloppen.

Een beroemd voorbeeld is het volgende. Je kind vond het altijd práchtig om in bad te gaan Maar plotseling schreeuwt het moord en brand, alleen al bij het vooruitzicht. De kans is groot dat je kind bang is 'door het badputje weggespoeld te worden'. Want, zo luidt de kleuterlogica: 'als er water door het putje wegspoelt, dan kan dat met mij ook gebeuren'. Zo kan bijvoorbeeld ook een klein sneetje in de vinger leiden tot grote paniek, omdat 'ik nu leegloop als een ballon'.

Goede fee of boze heks
Veel kinderen beschikken over een uitgesproken fantasie en een sterk voorstellingsvermogen. Die fantasie kan leuke beelden oproepen -zoals de goede fee die je kind 'omtovert tot een mooie princes'- maar ook enge beelden. De goede fee verandert plotseling in een grote boze heks. In beide gevallen is de heks of fee levensecht voor je kind. Angsten ten gevolge van deze eigen, levendige fantasie, kunnen voor komen vanaf ongeveer drie jaar. Het hoogtepunt ligt tussen de vier en vijf jaar. Kinderen hebben op die leeftijd al heel wat beelden en herinneringen in hun hersens opgeslagen, die ze kunnen oproepen en waar ze door 'overspoeld' kunnen worden. Vooral in het donker veranderen wapperende gordijnen in spoken en betekent het tikken van de verwarming dat er absoluut een heks op het raam klopt. Een kind beseft nog niet dat een verwarming kan tikken, maar het heeft wél het beeld van de heks snel paraat. Vaak zal de angst door de eigen fantasie afnemen als je kind ron de zes jaar is. Vanaf dan is het denkvermogen zover ontwikkeld, dat hij of zij scheiding kan maken tussen werkelijkheid en fantasie.

Neem de fantasie serieus
Maar hoe kun je tot die tijd omgaan met deze -in onze ogen- vaak irreële angsten van je kind? "Door de fantasie van je kind serieus te nemen,": aldus kinder- en jeugdpsychologe Marga Akkerman. Zij werkt al 25 jaar met kinderen en heeft haar eigen praktijk. "Stel, je kind zegt dat het bang is voor krokodillen onder zijn of haar bed. Dan kun je als nuchtere ouder roepen: 'wat een onzin! Krokodillen wonen niet onder bedden'. Dat ontkennen heeft echter geen enkele zin, want voor je kind lígt die krokodil er echt. Hij of zij kan immers nog geen werkelijkheid en fantasie uit elkaar houden. Je negeert zijn fantasie en daarmee de angst die deze oproept. Dat op zichzelf kan al angstverhogend werken. Je helpt je kind veel meer door onder het bed te kijken en de krokodil resoluut weg te jagen. 'Weg jij!' Je verplaatst je dus in je kind en helpt hem of haar de angstige situatie op te lossen. Deze methode werkt zodra je peuter of kleuter jou kan uitleggen waar hij of zij bang voor is. Een zeer belangrijk neveneffect van het serieus nemen van je kind, is dat hij of zij het gevoel krijgt dat je bescherming biedt in geval van nood. De redenering achter dit 'meegaan in de kinderfantasie' is eigenlijk heel simpel: "Als je de angsten oplost, maak je het leven voor je kind gemakkelijker. Later, als hij of zij groeit en het denkvermogen daarmee ook groter wordt, komt je kind vanzelf achter de waarheid. Dan wéét hij of zij dat er geen heks op het raam tikt, maar dat dat de verwarming is", aldus Marga Akkerman.

Er is wel één kanttekening: "belangrijk is dat je niet té ver meegaat in de fantasie van je kind, door bijvoorbeeld te roepen: 'Oh jeetje, wat een vreselijk enge krokodil, zeg'. Akkerman: "Daarme versterk je de angst. Dan gaat het kind denken: 'Zie je wel, mamma is er ook bang voor.' De kunst is om angst klein te houden en niet groter te maken door er te veel aandacht aan te besteden. "zo kan een simpele pleister wonderen verrichten voor het kind dat bang is 'leeg te lopen als een ballon' door het sneetje in zijn vinger.

Slaaptips:
- Laat een lichtje aan in de slaapkamer en/of zet de deur op een kier
- Laat geen hoopjes kleding in het zich liggen: die vage contouren veranderen in het halfdonker gemakkelijk in monsters
- Gebruik bij voorkeur geen té druk slaapkamerbehang: je kind kan er 'enge' figuren in zien
- Ga eens in het bed van je kind liggen om te zien wat hij of zij allemaal ziet. Misschien zijn er wel enge schaduwen
- Geef een 'beschermknuffel' meer naar bed
- Hou je elke avond aan hetzelfde bedritueel
- Lees eerst de voorleesboeken zelf. Dan kun je beoordelen of je kind er al 'aan toe' is
- Vraag waar je kind over wil dromen. Verzin samen iets leuks en moois
- Hou toezicht op wat je kind ziet op de televisie: alle (soms indringende) beelden ervaart hij of zij als echt

Gedicht Kindermishandeling!


Kan wel zijn

Je kunt dan wel
wat ouder zijn
en sterker bovendien,
maar dat wil toch
niet zeggen dat
ik slaag van jou verdien?
Je kunt dan wel
de buurman zijn,
de meester of de juf,
maar dat wil toch
niet zeggen dat
je aan me zitten mag?
Je kunt dan wel
mijn moeder zijn
en ik jouw eigen kind,
maar dat wil toch
niet zeggen dat
ik alles prettig vind?

Verschillende soorten kindermishandeling.


Kindermishandeling
Kindermishandeling kan zowel in gezinnen, op scholen als in de buurt voorkomen. Zowel volwassenen als kinderen kunnen er debet aan zijn en het kan uitlopende oorzaken hebben. Kindermishandeling kan in verschillende soorten voorkomen. Zo kan een kind veel geslagen worden, maar ook het compleet negeren van een kind is kindermishandeling. Verder zijn er nog dingen als verwaarlozing en seksueel misbruik. Hieronder volgt een overzicht van de zes vormen kindermishandeling die voorkomen. Het is zo, dat er vaak meerdere vormen van kindermishandeling tegelijk voorkomen.

Vormen van kindermishandeling
- lichamelijke mishandeling
- emotionele mishandeling
- lichamelijke verwaarlozing
- emotionele verwaarlozing
- seksueel misbruik
- institutionele kindermishandeling

Lichamelijke mishandeling.
Lichamelijke mishandeling is het toebrengen van letsel door ouders, verwanten of opvoeders. Hieronder vallen bijvoorbeeld de volgende voorbeelden: slaan, stompen, duwen, steken, brandwonden toebrengen, vergiftigen, knijpen etc. Het letsel dat kinderen hieraan over kunnen houden, hebben in ieder geval ook lichamelijke gevolgen: blauwe plekken, kneuzingen, breuken, letsels aan inwendige organen, hoofdletsels, soms letsels die uitwendig niet zichtbaar zijn.

Het kind heeft regelmatig blauwe plekken (vaak op vreemde plaatsen, zoals rug en billen)
- Het kind heeft onverklaarbare kneuzingen, striemen, schaafwonden
- Het kind heeft vaak botbreuken
- Het kind heeft brandwonden met een speciale vorm
- Het kind heeft veel littekens. - Het kind is vaak afwezig wegens ziekte
- Het kind reageert angstig op gehuil van andere kinderen
- Het kind is bang voor opvoeders en andere verzorgers
- Het kind is angstig en afkerig van contact met volwassenen in zijn algemeen
- Het kind verwacht snel straf (het kind duikt bijvoorbeeld weg, als je het wilt aaien)

Emotionele mishandeling.
Elk kind heeft emotionele behoeften nodig. Denk hierbij aan steun, bescherming, veiligheid en geborgenheid. Groeit het kind op in een vijandig, afwijzend en onvoorspelbaar klimaat, krijgt het hier zeker te kort aan. Wat het kind ook doet, nooit is het goed genoeg.
Voorbeelden van deze vorm van mishandeling zijn: pesten, treiteren, vernederen, schelden, bespotten, negeren, opzettelijk in gevaar brengen, opzettelijk speelgoed of andere voorwerpen vernietigen, dreigen met geweld of met de dood, terroriseren, eindeloos en onnodig verbieden of straffen, achterstellen bij andere kinderen, isoleren van anderen of verhinderen van contacten met anderen, te hoge eisen stellen etc.
Het gevolg hiervan is dat het kind het gevoel krijgt dat het er eigenlijk niet had moeten zijn of dat het een ander kind het moeten zijn.

Lichamelijke verwaarlozing.
Iedereen heeft recht op bepaalde basisbehoeften. Kinderen zeker. Basisbehoeften voor kinderen zijn onder andere kleding, voeding, hygiëne, medische verzorging en slaap. Bij lichamelijke verwaarlozing krijgt het kind niet de zorg waar het recht op heeft.
Voorbeelden hiervan zijn: het kind in de kou of regen laten staan, onvoldoende of ongeschikte voeding geven, geen medische zorg verlenen, het kind slechte kleding geven.
Het gevolg hiervan kan zijn dat een kind een slechte weerstand opbouwt, veel ziek is en erg moe.

Emotionele verwaarlozing.
Een ouder-kindrelatie is iets heel belangrijks voor een prettige jeugd. Bij emotionele verwaarlozing is deze relatie koel, liefdeloos en afwijzend. Het kind krijgt geen aandacht, genegenheid, ondersteuning of stimulering. Deze vorm van mishandeling begint meestal al vanaf de geboorte of vanaf de eerste levensjaren.
Voorbeelden van emotionele verwaarlozing: de ouder is niet emotioneel beschikbaar, communiceert niet of speelt niet met de baby, het kind wordt voortdurend aan zijn lot overgelaten (bijvoorbeeld opsluiten), de ouder helpt niet wanneer het kind hulp nodig heeft, de ouder doet net alsof het kind niet bestaat.
Gevolgen hiervan kunnen zijn dat er groei- en ontwikkelingsproblemen optreden. Dit kan in combinatie gaan met ernstige gedragsstoornissen (zoals agressie).

Seksueel misbruik.
Een definitie van seksueel misbruik luidt: ‘het betrekken van afhankelijke, op het vlak van ontwikkeling onrijpe kinderen of jongeren in seksuele activiteiten die ze niet volledig begrijpen of die de sociale grenzen van een familierelatie overschrijden’.
Voorbeelden van seksuele mishandeling zijn: ongewenste seksuele aanrakingen, spelletjes met kinderen of het betrekken van kinderen bij spelletjes (pornofilms laten kijken, masturbatie etc.), begluren, betasten, verkrachten (met of zonder verwondingen), incest (wettelijk betekent dit seksuele handelingen tussen bloedverwanten tot de 3°, dus: ouders, broer, zus, grootouders, oom, tante, stiefouder, nieuwe partner biologische ouder, stiefbroer, stiefzus, zoon of dochter van nieuwe partner etc.), georganiseerde seksuele uitbuiting (kinderprostitutie, kinderpornografie, kinderhandel met het oog op seksuele uitbuiting, individuele pedofilie).
De gevolgen van seksueel misbruik zijn groot: ongewenste zwangerschappen, sociaal-emotionele problemen, angsten, afkeer tegen lichamelijk contact (ook al zit er geen verkeerde bedoeling achter), inwendige gevolgen, etc.

Institutionele kindermishandeling.
Zoals het woord al een beetje zegt, deze vorm van kindermishandeling wordt gepleegd in een instelling, door een personeelslid of als gevolg van de werking van een systeem (oorlogskinderen, kinderen die niet naar school kunnen). Bij deze vorm van mishandeling heeft de dader een beroepsmatige relatie met het kind. Het is een leerkracht, een onthaalouder, de badmeester of bijvoorbeeld de pianoleraar.

Werken op de baby groep of bij de BSO??


Mijn vorige stage heb ik stage gelopen bij de BSO groep. Dit is mij erg goed bevallen! Met de wat oudere kinderen kun je veel doen. Ze doen zelf al veel dingen alleen. Zo hoef je de kinderen geen luiers meer te verschonen of naar bed te brengen. Dit is in tegendeel bij de baby groep wel heel anders! Toen ik met mijn tweede stage begon zag ik er ene kant erg tegen op. Ik zag het namelijk niet helemaal zitten om bij de baby groep mee te draaien. Ik had zelf alleen het beeld voor me van huilende kinderen. Ik moest er niet aan denken om daar hele dagen mee te werken. Maar nadat ik van mijn eerste stage dag thuis kwam was mijn mening totaal anders geworden. Baby's huilen niet de hele dag. Mijn eerste mening was dus totaal verkeerd! Nu ik langer op de baby groep stage loop vind ik het best leuk! Wel heb ik zelf het idee dat ik op de BSO groep beter op mijn plek zit. De baby's ligt mij niet zoals de BSO groep. Het allerliefste zou ik bij de jngste peuters willen werken. Dze kinderen beginnen al een beetje met praten en ontdekken veel. Dit vind ik fijner. Bij de baby groep is het veel stiller op dat gebied. De kinderen praten niet. Ik praat wel tegen ze maar krijg geen reactie terug en dat is iets wat ik mis op de baby groep. Ik vind het veel fijner om met kinderen te werken waarvan ik een weerwoord krijg. Ik houd namelijk zelf wel van kletsen. Als ik dus zou moeten kiezen wat ik het liefst zou doen is dat denk ik wel de jongste peuters! Daarom is het wel handig dat je 2 stage plekken krijgt. Zo krijg je ook de kans om op verschillende groepen ervaring op te doen.

maandag 21 januari 2008

Ontwikkeling tijdens het tweede jaar.


Baby af
Er staat hem een heel ander jaar te wachten dan zijn eerste jaar. Baby's leven nog lekker dicht bij hun ouders, een beetje in zichzelf gekeerd. Een dreumes ondergaat een grote verandering in zijn motorische ontwikkeling. Hierdoor wordt hij een zelf functionerend persoontje, dat zelf kan lopen, rennen en klimmen. En zo worden andere otnwikkelingsgebieden door zijn betere motoriek 'aangestoken'. Want door de ervaringen die hij opdoet, maakt hij ook veel mee op emotioneel gebied. Als je dreumes loopt, ziet hij de omgeving op een heel andere manier, dan toen hij alleen nog kon zitten of kruipen. Niet elke kind kan met een jaar lopen, dat hoeft ook niet. Maar dit jaar zal het je dreumes zeker lukken. Misschien eerst nog langs de randen van de tafel of langs de muur. Heel verstandig van je dreumes om dat nieuwe eerst nog een beetje voorzichtig te doen. Zet ter aanmoediging een rijtje stoelen voor hem neer, waar hij zich aan vast kan houden. De box kan nu echt een gevangenis voor hem worden en slapen vindt hij zonde van zijn tijd. Hij staat of loopt het liefst ook in zijn bed. Door zichzelf te verplaatsen, komt hij waar hij eerder niet alleen kon komen. Hij kan de kamer uitgaan, waar hij tot zijn grote schrik ontdekt dat hij alleen is. Na het rechtuit lopen leert je dreumes om achteruit te lopen en om de trappen op te klauteren. Je dreumes heeft veel ruimte nodig om zicht uit te leven. Een groot grasveld of het strand zijn ideaal. Je kind heeft nu veel plezier van een loopfietsje, loopauto of duwkar.

Een eigen ik
Als je dreumes ongeveer anderhalf jaar is, wordt het besef van een eigen persoon te zijn nog een sversterkt door de ontwikkeling van de eigen wil. En dat zul je als ouders weten! Op vragen van jou hoor je veel vaker 'nee' dan 'ja'. Zint hem iets niet, dan kan hij dat laten merken door een fikse driftbui. Je kunt jezelf wel eens afvragen wat je fout hebt gedaan, nu je opeens zoveel weerstand ondervindt. Maar wees trots op je kind, want de ontwikkeling van deze eigen wil is net zo knap als leren kruipen of lopen. Je kind geeft jou hiermee een compliment. Hij laat zich namelijk alleen gaan bij mensen van wie hij honderd procent zeker weet dat ze toch wel van hem houden.

Onzeker
Soms is het best eng voor hem om opeens te merken dat hij jou niet meer ziet, ondanks het feit dat hj zelf is weggelopen. Zijn oplossing kan zijn om jou de hele dag met zich mee te trekken aan de hand, terwijl hij roept 'kijken, pakken'. Krijgt hij geen hand, dan hangt hij aan je benen. Laat vooral zien dat je trots op hem bent, dat hij zoveel onderneemt.

Scheidingsangst.
Een dreumes kan dit jaar met perioden opnieuw last krijgen van scheidingsangst. Hij weet in de eerste helft van zijn tweede jaar nog niet helemaal precies dat iets wat hij niet kan zien, wel bestaat. De kiekeboespelletjes hebben hem geholpen zijn knuffel terug te vinden, maar geven hem nog niet voldoende vertrouwen. Door angst kan hij niet slapen en probeert hij te voorkomen dat je weggaat. Door regelmatig naar hem te gaan kijken als hij niet kan slapen, leert hij dat je er toch voor hem bent, ook al ben je niet constant bij hem.

Veel leren.
Niet alleen zijn bewegingen worden beter, je dreumes leert ook simpele opdrachtjes begrijpen. Doe hem eens voor hoe een hondje blaft. Vraag je het hem na te doen, dan zal hij dat vast proberen. Hij kan zelf zijn sokjes uittrekken en proberen zijn voetje in een schoentje te steken. Hij herkent plaatjes in een prentenboek. Noem ze op en hij zal ze aanwijzen.

Zintuigen
Hij stopt steeds alle sin zijn mond om het beter te leren kennen. Hij leert het materiaal kennen of de vorm of smaak en slaat dat op in zijn geheugen. Met zijn ogen merkt hij nu dat sommige dingen een andere kleur hebben. Met zijn handjes voelt hij vooral het verschil in materiaal. Zijn reuk werkt minder goed dan bij een volwassene. Om die reden wordt een kind nog niet afgeschrikt door een fles bleekwater. Je moet niet raar kijken als je op een dag zijn kamertje inkomt en hem lekker met zijn poep ziet smeren.

Je dreumes met anderen
Je dreumes speelt nog niet met andere kinderen, maar wel graag naast andere kinderen. In de zandbak spelen dreumesen naast elkaar hetzelfde spelen. Ze inspireren elkaar. Hij vindt het leuk om anderen iets te geven, maar pakt het even zo vrolijk weer terug. Inleven in de gevoelens van anderen gaat hem nog te ver. Toch kun je wel zien dat een dreumes wil troosten als een ander kind huilt. Hij heeft jou vaak zien troosten en doet het na.

Eerste woordjes.
In zijn tweede jaar gaat je kind erg vooruit met praten. Het brabbelen gaat over in het nadoen van de melodie van een echt gesprek, zonder echte woorden te gebruiken. Hij zal dit jaar ook een aantal losse woordjes gaan zeggen. Mama is moeilijker dan dada of papa, dus papa komt meestal eerst. Als hij anderhalf jaar is zal hij ongeveer tien woorden uitspreken. Aan het eind van het tweede jaar kan dat oplopen tot dertig woorden.

Mijn mening over de kinderopvang..


Toen ik mijn vmbo diploma gehaald had, wist ik nog niet goed wat ik verder wou doen. Ik ben toen een beetje rond gaan kijken en heb testen op de computer gedaan. Ik ben toen ook bij de spw gaan kijken. Hier had ik van tevoren ook al veel informatie over gezocht. En omdat ik 2 weken snuffel stage had gehad bij een kinderdagverblijf leek mij dit best interresant. Ik ben toen voor mezelf na gaan kijken of dit iets voor mij zou zijn. Ik ben daarom bij het ROC gaan kijken en heb me laten voorlichten over de spw3 opleiding. Het sprak mij erg aan. Ik heb toen ook besloten om deze opleiding te gaan doen. Ik heb achteraf een goede keuze gemaakt. Ik vond het eerste jaar van de opleiding niet zo leuk. We hadden toen veel theorie, dit lag mij niet zo. Maar omdat ik wist dat we nog een leuke stage-tijd tegemoet zouden gaan heb ik door gezet. Nadat ik mijn toetsen had gehad van het eerste jaar stond ik redelijk goed voor mijn vakken. Ik kon daarom met een gerust hart mijn stage periode tegemoet gaan.
Ik heb er dus goed aan gedaan om deze opleiding te gaan doen. Wel ben ik mezelf erg tegen gekomen tijdens de opleiding je leert jezelf goed kennen. Ene kant vond ik het wel vervelend om mezelf zo tegen te komen. Maar aan de andere kant heb ik er veel van geleerd. Ik weet nu dat ik veel meer voor mezelf op moet komen. En niet altijd voor andere mensen klaar hoef te staan. Achteraf gezien heb ik een hele goede keuze gemaakt om de spw3 opleiding te gaan volgen. Ik zal nog veel plezier beleven tijdens mijn werk. Dat verneem ik nu al tijdens mijn stage. Ik heb het erg naar mijn zin.

Mijn Stage in de prijzen gevallen.


'Kinderen zijn hier gelukkig en daar is 't ons om te doen'

OLDENZAAL - De op één na beste van Nederland! Het Oldenzaalse kinderopvangverblijf Kiekeboe is blij verrast met de hoge notering in de top 25 van Nederland.


Dat is de uitkomst van de Nationale Crèchetest van onder meer het blad 'Wij Jonge Ouders'. De lijst is bepaald door dertienduizend ouders die hun mening gaven over kinderdagverblijven in Nederland. De test moet een impuls geven aan de kwaliteit van de kinderopvang. Irmgard Hensen, directrice van Kiekeboe, is blij verrast.


Wanneer hoorde u het goede nieuws?"Afgelopen zaterdag. Het hoofd civiele dienst feliciteerde mij. Ik antwoordde: 'waarmee?' Prachtig, we zijn tweede van Nederland! Ik wist nota bene niet eens dat het onderzoek bestond. En dat laatste vind ik juist weer zo leuk, want we konden ons er niet op voorbereiden of rekening mee houden."


Hoe is het onderzoek tot stand gekomen?"

Ik weet er eigenlijk heel weinig van, maar wat ik zo mooi vind is dat de enquêteformulieren zijn ingevuld door ouders. Daar is dus uit gebleken hoe gelukkig de kinderen hier zijn en daar is het ons natuurlijk allemaal om te doen. De eerste prijs is behaald door een kinderopvangverblijf in Helmond, ik heb gehoord dat dat een hele kleine is."


Jullie hebben momenteel drie vestigingen, twee aan de Berkstraat, één aan de Vondellaan. Hoeveel kinderen vangen jullie op?"


Ik zou het echt niet weten, ik denk vijf- à zeshonderd. Wel weet ik dat we 95 mensen in dienst hebben, inclusief interieurverzorgsters, chauffeurs, leidinggevend personeel en natuurlijk de leidsters."


Gaan de kinderen nog van de prijs profiteren?


"Jazeker, daar zijn we nu druk mee bezig. Eén ding is zeker: de kinderen mogen zelf aan het presentje meewerken."


En volgend jaar gaat Kiekeboe voor de eerste plek?


"Nou, nee hoor. We gaan gewoon door zoals we nu bezig zijn. Dit onderzoek heeft bewezen dat we ons goed kunnen verplaatsen in kinderen en ouders en daar draait het om."

1e stagedag..

Mijn vorige stage heb ik bij Nijntje Pluis gehad. Hier heb ik het erg naar mijn zin gehad. Ik heb hier ook veel geleerd. Mijn tweede stage heb ik bij Kiekeboe gehad. Mijn eerste stage dag begon op Maandag 3 September 2007. Ik had er veel zin in. Ik had al een keer een paar uur mee gelopen om te kijken wat voor instelling Kiekeboe was. Mijn eerste indruk was goed. Het leek me een leuke instelling. Ik had dus veel zin om aan mijn nieuwe stage te beginnen. Natuurlijk was ik wel een beetje gespannen. De eerste dag stage is altijd spannend. Je moet kennis maken met je nieuwe stagebegeleider. Je krijgt nieuwe collega's. Je hebt andere kinderen onder je hoede. Het is dus allemaal nieuw. Ik was maandag 3 September vroeg mijn bed uit gegaan om me op te maken voor mijn eerste stage dag. Toen ik bij mijn stageplaats aankwam heb ik me voorgesteld en kennis gemaakt met mijn collega's en nieuwe begeleider. Ik werd goed ontvangen en heb meteen het een en ander gevraagd. Ook ben ik met mijn begeleider meteen afspraken gaan maken. En heb ik uitgelegd wat ik allemaal vanuit school moest doen. Mijn begeleider was hier blij mee. Ze vond het fijn te weten wat ik zoal voor school moest doen. Het gesprek verliep goed. Hier was ik blij mee. Ik vind het namelijk zelf erg fijn dat je met mensen samen werkt die open staan voor je vragen! Ondertussen heb ik ook aan de kinderen verteld wie ik was. Ik moest stage lopen op de baby groep. Dit was voor mij allemaal nieuw. Ik had nog nooit met baby's gewerkt. Dit vond ik zelf het spannendste er van. Ik was telkens bang dat ik de baby's verkeerd zou verzorgen en noem maar op. De eerste stage dag zelf verliep goed. Ik had meteen veel geleerd en veel gevraagd. Door vragen wordt je tenslotte niet dommer. Nadat ik mijn eerst stage dag erop had zitten was ik erg moe. Ik kon 's avonds wel vernemen dat ik echt wat had gedaan die dag. omdat ik zoveel nieuwe dingen had geleerd was ik vermoeid. Ik vond mijn eerste stagedag direct leuk. Ik had door mijn eerste indruk gelijk het gevoel dat mij een leuke tijd te wachten stond.